De geneeskundeopleiding is traditioneel sterk ingebed in een academisch ziekenhuis. Studenten krijgen hierdoor een beperkt beeld van de mogelijkheden buiten het ziekenhuis. Anne de la Croix heeft voor de geneeskundefaculteiten van de VU een onderwijsproject ontwikkeld in samenwerking met een Arts Verstandelijk Gehandicaptenzorg en ouders van gehandicapte kinderen. Hiervoor heeft ze een Comenius beurs ontvangen en op 30 mei is het afsluitende symposium van dit innovatieve onderwijsproject.
Coassistenten van de geneeskundeopleiding gaan uitgebreid in gesprek met ouders van gehandicapte kinderen. Dat is het uitgangspunt van het project ‘Samen zorgen, Samen leren’, naar een idee van Anne de la Croix, universitair docent bij Amsterdam UMC. Ouders vormen een enorme bron van kennis én inspiratie voor geneeskundestudenten. Zij zien vaak vele zorgverleners langskomen, weten veel van de behandelingen van hun kind en managen een enorm zorgnetwerk van therapeuten en medisch specialisten. De werkgroepen zijn als volgt opgebouwd: Tijdens de gesprekken krijgen de groepjes van vijf studenten een uur de tijd om de ouder te bevragen. Ter voorbereiding krijgen ze van de Arts Verstandelijk Gehandicapten een A4’tje met een foto van het betreffende kind en gezin, en daarnaast wat summiere gegevens over de aandoening of het syndroom van het kind. Net genoeg om íets te begrijpen, te weinig voor een totaalbeeld. Dat prikkelt de nieuwsgierigheid.
Alles vragen
De studenten mogen over van alles vragen stellen, variërend van medisch-inhoudelijke vragen, tot vragen als ‘kunt u gelukkig zijn met uw kind’ en ‘welk effect heeft het op uw relatie’. Dingen die de studenten willen weten, maar best eng vinden om te vragen. Overigens gaan ook de ouders voorbereid de gesprekken in. Zij volgen een meerdaagse training, waarin ze ook leren om feedback te geven aan de studenten. Het klinkt simpel, toch is deze aanpak innovatief. In een wereld die vol is van protocollen en techniek, is het verfrissend om de tijd te nemen voor een uitgebreid gesprek. Zo ontstaat er een gelijkwaardige relatie en krijg je wederzijds begrip tussen ouders en studenten. Studenten leren er veel van en daarnaast kunnen zij ook enthousiast raken over werken met gehandicapte kinderen. Het mes snijdt aan twee kanten. Ouders voelen zich gezien en docenten zijn blij met de kennis waarmee de ouders hun opleiding verrijken. Samen vormen de ouders de zogeheten ‘Ouderbank’ Een database van ouders die aan onderwijs deelnemen. Je kunt deze getrainde ouders goed inzetten voor presentaties en gesprekken. Daarnaast kunnen zij ook meedenken over leerdoelen van de opleiding. De ouders worden inmiddels ook ingezet in drie vakken bij de opleidingen Pedagogiek, en in het vak ‘Groei en Ontwikkeling’ in het tweede bachelorjaar. Inmiddels zijn er acht vakken in verschillende opleidingen waar gebruik gemaakt worden van de ouderbank.